Twintig tips voor een video-interview

Vroeg of laat krijg je de vraag om je zegje te doen voor de camera. Vroeger liep alleen de televisie met een camera rond, tegenwoordig is het even courant voor interne en externe communicatie. Begin je al te zweten bij het idee alleen? Neem even deze tips door en ga met een iets geruster gemoed in de spotlights staan. Onderstaande tips helpen in alle soorten situaties, maar echt oefenen blijft noodzakelijk (al is het maar voor de spiegel met je eigen smartphone).

    1. Tip één, al meteen redelijk mission impossible: blijf kalm. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar probeer toch te doen alsof de camera er niet is. Blijf gewoon jezelf en antwoord zo natuurlijk mogelijk.
    2. Je hoeft niet in elke take exact dezelfde bewoording te gebruiken als in de vorige take. De rode draad van het verhaal moet dezelfde blijven, maar vasthouden aan bepaalde woorden zorgt ervoor dat je krampachtig wordt en ook zo overkomt.
    3. Bereid je voor, maar leer niets uit het hoofd (alleen goede acteurs kunnen een ingestudeerde tekst naturel brengen). De kijker merkt snel dat je een tekstje aan het aframmelen bent en zal zijn interesse in de video verliezen.
    4. Hou het bondig. Samen met de regisseur moet je erop letten dat je jezelf niet herhaalt. Gebruik korte zinnen waarin je kernboodschap duidelijk naar voor komt. Stel de aandacht van de kijker niet te veel op de proef. Zeker voor een internetvideo mag je het zo gebald mogelijk brengen.
    5. Euhm, tracht dus zo weinig mogelijk, euhm, stopwoordjes te gebruiken, dus.
    6. Hou een glas plat water op kamertemperatuur in de buurt om af en toe de keel te smeren. Vermijd in alle geval kauwgum.
    7. Zet je smartphone uit. Ook de trilfunctie is hoorbaar op de geluidsband en zorgt voor afleiding.
    8. Niet tevreden over je prestatie? Vraag gewoon om een extra take. (Met een goede regisseur is dit niet nodig, die zal zelf wel om een extra take vragen.) Het is in ieders belang dat het er zo goed mogelijk op staat.
    9. Herhaal een deel van de vraag in je antwoord. (Op de vraag “Hoe lang werken jullie al samen?” antwoord je dus niet “Al twee jaar”, maar wel “Wij werken al twee jaar samen”.) De vraag van de persoon die het interview afneemt, moet niet weerhouden worden in de montage en het maakt de video een stuk natuurlijker. Elk opnamefragment moet dus los van de opnamecontext en als onafhankelijk beeldfragment gebruikt kunnen worden. Voorts, refereer niet naar wat je in een vorig opnamefragment vertelde.
    10. Vermijd kledij met drukke prints of ruiten. Dit levert op scherm vaak een vreemd flikkerend effect op. Daarnaast kan een drukke print of t-shirt met een slogan erop de aandacht van je boodschap afleiden. Hetzelfde geldt voor opvallende juwelen.
    11. Nog eentje over kledij: als je snel zweet is het beter om je kledij daarop af te stemmen. Okselvijvers komen echt niet goed over.
    12. Kijk niet in de camera (uitzondering: het gaat om een video waarin je iemand rechtstreeks wil aanspreken). De interviewer stelt de vragen en jij blijft naar hem kijken terwijl je ze beantwoordt. Hoe minder je ogen ronddwalen tijdens het beantwoorden van de vragen, hoe geloofwaardiger je overkomt.
    13. Positioneer je op dezelfde hoogte als de persoon die het interview afneemt. Dit om te vermijden dat je naar omhoog of beneden kijkt in de video. Al is dit ook de verantwoordelijkheid van de regisseur; een gewaarschuwd man is er twee waard.
    14. Let op je houding. Ga niet te veel voor- of achterover buigen als je neerzit. Enerzijds om geëngageerd over te komen, anderzijds om zo vrij mogelijk te kunnen ademen. En als je recht staat, probeer niet te wiebelen.
    15. Eentje om te oefenen: kan je op elke vraag een relevant antwoord geven op 20 seconden? Indien wel, dan ben je een interessante woordvoerder en gesprekspartner voor de televisie.
    16. Ga vooraf door alle vragen en bespreek samen met de regisseur of journalist de antwoorden. Doe dit voordat de camera draait. Weiger altijd om onmiddellijk met de opnames te starten (dat geldt zeker voor videowerk met de pers).
    17. Wees best wat enthousiast bij goed nieuws. Is er minder goed nieuws? Wees dan geëngageerd en hou in je boodschap rekening met de mensen die slachtoffer zijn van de negatieve situatie. Breng zelf het slechte nieuws om controle over de boodschap te houden.
    18. Probeer altijd vriendelijk te kijken. Velen gaan automatisch norser kijken of fronsen wanneer hen een vraag gesteld wordt, gaan met de ogen naar boven kijken wanneer ze nadenken en vergeten dus te glimlachen met de ogen. Ook eentje om in te oefenen.
    19. Wanneer het tijdens de opnames helemaal de mist ingaat en je kan zelf niet beslissen welke fragmenten er gebruikt zullen worden, wandel dan in het midden van je antwoord tot aan de camera terwijl je vraagt om te mogen herbeginnen.
    20. Nog een laatste: vraag niet om met een teleprompter te werken. Iedereen ziet meteen dat je maar iets zit af te lezen, waardoor alles veel minder overtuigend wordt. Alleen geoefende nieuwsankers en andere tv-presentatoren kunnen camoufleren dat ze aan het voorlezen zijn.